top of page

Waarom een claim wél
verstandig en gerechtvaardigd is

Sinds we in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2023 ons hardop afvroegen of het geen tijd werd voor een collectieve schadeclaim, en zeker nadat we enkele maanden later bekend maakten dat we daadwerkelijk een claim gingen voorbereiden, kregen we veel steunbetuigingen. Maar er kwam van verschillende kanten ook kritiek. De bank en de SAAT keerden zich vanzelfsprekend tegen ons, maar ook een klein aantal certificaathouders kwam met kritiek, en de Stichting Certificaathouders Triodos Bank (SCTB) vond het ook geen goed idee. De kritische geluiden nemen we serieus en hebben ons best aan het denken gezet. Toch gaan we door op de ingeslagen weg. Op deze pagina zetten wij uiteen waarom wij voet bij stuk houden.


Drie soorten claims

In de kritiek wordt niet altijd een goed onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten claimprocedures, maar het is goed om te weten dat er in beginsel drie soorten zijn:

  • De massaclaim, die namens alle certificaathouders in Nederland wordt ingediend, waaraan individuele Nederlandse certificaathouders zich kunnen onttrekken (opt-out) en waarbij buitenlandse certificaathouders zich kunnen aansluiten (opt-in).

  • Een groepsclaim, die namens een afgebakende groep certificaathouders die zich daar individueel voor hebben aangemeld, wordt ingediend.

  • Een individuele claim die door één certificaathouder wordt ingediend.

 

Hoewel eerder wel over massaclaims is gesproken, is van een (voornemen tot een) dergelijke claim momenteel geen sprake. In Nederland hebben Triodos Tragedie en eerder ook Red Triodos groepsclaims aangekondigd. In België heeft Trioforum hetzelfde gedaan.

De kritiek

De weerstand tegen claims steunt in hoofdzaak op drie argumenten:

  • De bank kan niets worden verweten. Beleggen is  nu eenmaal niet zonder risico. De certificaathouders hadden zich beter moeten verdiepen in de prospectus, hadden risico’s moeten spreiden, hebben pech gehad.

  • Rechtszaken tegen de bank zorgen voor onrust en kunnen het vertrouwen in de bank ondermijnen. Dat is slecht voor de bank. Het zou de bank in problemen kunnen brengen. In het ergste geval zou de bank kunnen omvallen. In het beste geval maakt het haar moeilijker om haar maatschappelijke missie te vervullen en heeft een negatief effect op de koers van de certificaten.

  • Als een massaclaimclaim succesvol is en een schadevergoeding wordt uitgekeerd, krijgen de certificaathouders een sigaar uit eigen doos, want deze wordt betaald door de bank waarvan zij zelf eigenaar zijn.

 

Gaat het om een groepsclaim dan blijft het eerste argument overeind en wordt het tweede iets aangepast:

  • Als een groepsclaim succesvol is en aan de deelnemers een schadevergoeding wordt uitgekeerd, wordt deze betaald door de certificaathouders die ervoor hebben gekozen om niet deel te nemen.

 

Aan dit laatste argument wordt dan vaak ook nog een waardeoordeel toegevoegd. Het zou egocentrisch of immoreel zijn. Over individuele procedures wordt milder gedacht, omdat deze minder effect hebben op het kapitaal en functioneren van de bank, en dus ook op de certificaathouders.

Ons weerwoord

Zoals op deze pagina te lezen is, zien wij af van een massaclaim, maar gaan we voor een groepsclaim. Uiteraard hebben we ons afgevraagd of we dit wel moeten doen, hoe kansrijk deze is en wat de gevolgen kunnen of zullen zijn voor de certificaathouders en voor de bank.


Om bij het laatste te beginnen, we zijn ervan overtuigd dat de bank niet zal omvallen door onze claim. Rechters zullen bij de toekenning van schadevergoedingen rekening houden met haar financiële draagkracht.


Dat de bank in honderden rechtszaken is verwikkeld en nu van onze kant een groepsclaim kan verwachten, is natuurlijk niet goed voor de rust rond en het vertrouwen in de bank. Het levert reputatieschade op. Er wordt al heel lang gewaarschuwd dat de bank er rekening mee moet houden dat veel certificaathouders de gang van zaken niet zullen accepteren, zich zullen roeren en naar de rechter zullen stappen. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2021 wilde CEO Jeroen Rijpkema het niet horen. Het was “gevaarlijk” om te zeggen dat de certificaathouders hun vertrouwen in de bank verloren en overstapten naar andere banken. Ook al waren dit uitkomsten van een enquête onder meer dan duizend certificaathouders, dat signaal werd liever maar niet opgepakt. Dit soort uitspraken zouden de bank in problemen kunnen brengen. We moesten “met zijn allen rondom de bank gaan staan”. Zo draaide hij oorzaak (falen van de bank) en gevolg (tanend vertrouwen in de bank) handig om.


Het was dus een waarschuwing aan dovemans oren. De wetenschap dat veel certificaathouders hun vertrouwen in de bank dreigden op te zeggen, heeft de bank er niet toe bewogen om serieus in overleg te treden met de certificaathouders en op zoek te gaan naar een alternatieve oplossing die niet alleen de continuïteit van de bank diende, maar ook rekening hield met de gerechtvaardigde belangen van de certificaathouders.


Talloze kritische vragen in vergaderingen, mailwisselingen en gesprekken met de bank en de SAAT hebben geen enkel effect gehad. Waren de certificaathouders en hun belangen serieus genomen, dan was er echt wel een andere uitkomst mogelijk geweest. Certificaathouders zijn absoluut geen geldwolven en waren wellicht ook bereid enig verlies te nemen, maar het gaat eenvoudig te ver om te verwachten dat zij allemaal forse verliezen accepteren als de bank waarin zij geïnvesteerd hebben verder goed draait en goed voor zichzelf zorgt. De bank heeft gewoon te weinig oog gehad voor haar certificaathouders en heeft zich ook volstrekt onvoldoende ingespannen om certificaathouders in problemen te helpen.

 

Dat heeft geresulteerd in grote teleurstelling, wanhoop en woede. Tijdens de behandeling van de zaak bij de Ondernemingskamer hebben we daar (niet voor het eerst, en ook niet voor het laatst) aandacht voor gevraagd. Zie deze pagina. Het maakte indruk, maar bracht geen enkele verandering in de opstelling van de bank. Die bleef kort gezegd: “Het is heel treurig, het gaat ons echt aan het hart, maar beleggen is niet zonder risico.”


Dat de handel kon worden opgeschort mag als een bekend risico worden beschouwd, maar dat de NAV zomaar kon worden losgelaten en dat het handelssysteem kon worden aangepast is echt nergens in de prospectussen terug te lezen. Integendeel. Bij herhaling wordt gemeld dat de prijs van de certificaten wordt berekend door de NAV te delen door het aantal certificaten en dat certificaten niet aan een beurs of MTF zullen worden genoteerd, maar dat een intern handelssysteem in stand wordt gehouden.

Als er door de bank schade vergoed moet worden, zal dit uiteraard ten koste gaan van het eigen vermogen van de bank, maar dat zal zich niet één-op-één door vertalen in de waardering van de certificaten. Dat was vroeger wel het geval, maar nu niet meer. De NAV is als waardegrondslag immers losgelaten. Om een in dit verband onverdachte bron aan te halen. CEO Rijpkema stelde in zijn videoboodschap in december 2021, toen bekend werd gemaakt dat de certificaten in de toekomst aan een MTF genoteerd zouden gaan worden, dat de “variabele handelsprijs aanzienlijk lager” zou uitpakken dan de NAV waarde. Die was niet langer alles bepalend: “Prestaties, verwachtingen, marktontwikkelingen, voortdurende inzet voor de missie en waarden van Triodos, het niveau van vraag en aanbod en vele andere factoren zullen samen de handelsprijs voor certificaten van aandelen bepalen.”

 

Het is dus ook niet zo dat de schadevergoeding aan de ene certificaathouder automatisch en/of volledig wordt betaald door de andere certificaathouder. Net zomin kan de teleurstellende gang van zaken sinds de notering op Captin op ons conto worden geschreven. Het is zeer de vraag of onze voorgenomen claim daar enige invloed op heeft uitgeoefend. Dat de waardering van certificaten bij een beursgang veel lager zou uitvallen dan de NAV-waarde is al lang geleden voorspeld door financieel analisten en (zie de quote van CEO Rijpkema hierboven) ook door de bank zelf. Dat was ruim voordat honderden individuele (voornamelijk Spaanse certificaathouders) naar de rechter stapten en Triodos Tragedie en Red Triodos aankondigden om mogelijk datzelfde te gaan doen in collectieve procedures.

 

De huidige koers is dramatisch slecht. Er was in augustus even een opleving in de koers die wellicht werd veroorzaakt door de min of meer aangekondigde uitkering van interim-dividend, maar sinds de uitkeringsdatum is de dalende lijn weer ingezet. Op 25 oktober is de koers van de certificaten vastgesteld op €24. Dat betekent dat bijna driekwart van de huidige NAV-waarde (€89) voor certificaathouders verdampt is. Maar deze staat wel als eigen vermogen op de balans bij de bank.

 

De verhandelbaarheid is ronduit beroerd. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met de keuze voor een besloten en moeilijk toegankelijke beurs. In 2023, d.w.z. in de eerste 26 weken sinds de opening van de handel in certificaten op de MTF zijn zegge en schrijven 238.090 certificaten van eigenaar gewisseld voor een bedrag van in totaal 7,3 miljoen. Dat lijkt misschien veel, maar dat is het niet. Er is slechts een fractie (1,6%) verhandeld van het totaal aantal certificaten (14.467.056) dat in omloop is.


Ter vergelijking: Begin januari 2021 toen de handel (naar later bleek) definitief werd gesloten kon de bank uit de daarvoor bestemde kapitaalbuffer nog voor €14,5 miljoen aan certificaten terugkopen. Tegen de toen nog geldende NAV-waarde van €86, had de bank nog bijna 168.000 certificaten terug kunnen nemen.


Het is zeker mogelijk en ook te hopen dat de koers weer gaat stijgen en dat de verhandelbaarheid verbetert, maar wij zijn bang dat de waarde tot in de lengte van dagen ver onder de in de prospectus beloofde NAV-waarde zal blijven. De analyse die de VEB onlangs maakte, is weinig hoopgevend.


Is het niet verstandiger om daarop te wachten? Misschien is het aardig om een vergelijking te maken met de strategie van de regering m.b.t. haar bezit van aandelen ABNAMRO. De minister van Financïen schreef onlangs in een brief aan de Kamer dat de overheid niet jarenlang kan wachten en hopen op een hogere opbrengst. Om geen verlies te lijden zou de koers van de aandelen ABNAMRO dan namelijk moeten verdubbelen. Om de verliezen van certificaathouders te compenseren is bij Triodos geen verdubbeling van de waarde van certificaten nodig, maar een verdrievoudiging! En daarbij is dan nog niet eens de rentederving ingecalculeerd, iets dat de regering op aandrang van de Algemene Rekenkamer wel deed.


De gemiddelde certificaathouder is jaren geleden ingestapt en is de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd. Voor veel certificaathouders, die slechts een bescheiden belang hebben in Triodos zal het niet problematisch zijn om geduldig te wachten en te hopen. Maar er is ook een aanzienlijke groep certificaathouders die minder geduldig zijn omdat zij nu of binnen afzienbare tijd hun hypotheek moeten afbetalen, hun AOW willen aanvullen, moeten afrekenen met de fiscus over hun erfenis of over hun oudedagsreserve, enz.


We zullen zien hoe een en ander zich verder gaat ontwikkelen, maar wij denken dat certificaathouders, die net als wij de bank verantwoordelijk houden voor de grote waardedaling en slechte verhandelbaarheid, beter kunnen meedoen aan onze claim dan wachten op betere tijden.


Wij zijn er niet op uit om de bank kapot te maken. Elke actie, of het nu om onze aanstaande rechtszaak gaat, een persbericht, een openbare brandbrief of een kritische opstelling in de AVA, kan het vertrouwen in de bank verder aantasten en daarmee ook de waarde van de certificaten negatief beïnvloeden. Maar het is goed om te beseffen dat deze acties niet de oorzaak van de ellende zijn, maar het gevolg.


Niet iedere certificaathouder wordt evenzeer geraakt door de handelwijze van de bank. Maar veel certificaathouders die met de beste intenties hun geld hebben gestoken in certificaten Triodos zijn ernstig gedupeerd. We durven te stellen dat geen van hen certificaten heeft gekocht omdat ze dachten er zoveel beter van te worden. Nee, ze steunden de idealen van de bank en meenden erop te kunnen vertrouwen dat het (zoals de bank het zelf kwalificeerde) om een solide belegging ging met een beperkt rendement maar weinig risico.


Wat certificaathouders is overkomen, kan ook niet worden afgedaan als een gewoon beleggersrisico of domme pech door onfortuinlijke omstandigheden. Het gaat in onze optiek om grote verliezen en persoonlijk leed bij certificaathouders veroorzaakt door onrechtmatige daden van de Triodos Bank. Dus waarom zouden certificaathouders niet voor hun eigen belang mogen opkomen? De bank had dit kunnen voorkomen door de belangen van certificaathouders serieus te nemen en niet uitsluitend oog te hebben voor haar eigen missie en continuïteit. Zij kan dat nog steeds, maar doet het niet uit eigen beweging. Dan maar via de rechter.


Het morele probleem zit bij de leiding van de bank die te weinig oog heeft voor de certificaathouders die met hun investeringen de bank groot hebben gemaakt, daarvoor genoegen namen met een zeer bescheiden rendement en nu met grote verliezen worden opgezadeld. Niet bij de certificaathouders die opkomen voor hun gerechtvaardigde belangen.

Reactie op de bezwaren van de SCTB

In haar nieuwsbrief van 20 oktober heeft de SCTB op een rijtje gezet welke bezwaren er volgens haar kleven aan een collectieve procedures. De meeste hiervan zijn feitelijk hierboven al besproken, maar we lopen ze toch graag nog even langs. Om tot slot stil te staan bij het onderscheid dat de SCTB maakt tussen individuele en collectieve procedures.


SCTB:  Collectieve claimprocedures hebben een lange doorlooptijd.

TT: Dat kan zeker het geval zijn. Te verwachten is dat de bank de voortgang traineert en het kan niet worden uitgesloten dat beide partijen bij een voor hun ongunstige uitslag beroep zullen aantekenen. Dat het wellicht nog veel langer zal gaan duren voordat de koers van de certificaten zich zo gunstig heeft ontwikkeld, dat de huidige koersverliezen worden gecompenseerd, blijft onvermeld.


SCTB: Zij hebben ook een onzekere uitkomst, ook al doen sommige initiatiefnemers het anders voorkomen.

TT: Het eerste is juist, het tweede tendentieus. Elders op onze website hebben we hier het volgende over geschreven: “Elke claim is anders en dus moeilijk vergelijkbaar. Volgens de juristen die wij hebben gesproken, hebben we 75 tot 80% kans op succes. Maar dat zouden wij misschien ook wel zeggen als we jurist waren en deze zaak wilden doen. M.a.w. hoeveel waarde we daaraan moeten hechten is moeilijk te zeggen. Een rechtszaak is geen tombola, maar de uitkomst is vaak wel moeilijk te voorspellen. Ook al vinden we uiteraard dat we in ons recht staan en denken we dat we een heel goede kans hebben om ons gelijk ook te halen en te krijgen, garanties kunnen we niet geven.”


SCTB: Collectieve claimprocedures zijn kostbaar en die kosten moeten worden opgebracht door de deelnemers. Bij de nu bekende procedures gebeurt dat in de vorm van een combinatie van een of meerdere vaste bijdragen per deelnemer en een bedrag per certificaat.

TT: Elke juridische procedure kost geld. Voor individuele certificaathouders is het in veel gevallen te kostbaar om een procedure te starten. Bij no-cure-no-pay procedures is sprake van externe procesfinanciering. Daar hebben wij niet voor gekozen, zo schrijven we elders op deze website: “Hoewel externe procesfinanciering mogelijk is en we eventueel ook op no-cure-no-pay basis zouden kunnen werken, geven we er de voorkeur aan om de rechtsgang volledig door de deelnemende certificaathouders zelf te laten financieren. Bij externe procesfinanciering moeten we er rekening mee houden dat een kwart van de opbrengst wordt afgeroomd door de externe financiers. Wij vinden dit teveel en denken dat de kosten te overzien zijn.”

Over de kosten van onze groepsclaim hebben wij het volgende geschreven: “We vragen een basisbijdrage van €150 per beleggersrekening en vanaf 2025 een jaarlijkse contributie van €22,50. Daar bovenop komt een aanvullende bijdrage van €0,35 per certificaat Onze gemiddelde certificaathouder, die ongeveer 600 certificaten heeft en op 1 januari 2024 werd opgezadeld met een verlies van ongeveer €42.000 is dus eenmalig slechts €360 kwijt om mee te doen aan onze gezamenlijke schadeclaim. We hebben met onze advocaten een no-cure-less-pay overeenkomst afgesloten. Dat wil zeggen dat we een lage fixed fee betalen voor alle mogelijk noodzakelijke rechtsgangen (bodemprocedure, hoger beroep en cassatie) en dat daar een flexibele fee bovenop komt bij susses. Mits voldoende certificaathouders meedoen kunnen we met de bovengenoemde bijdragen de fixed fee voldoen. Voor de flexibele fee zullen enkele procenten van de opbrengst worden afgeroomd. De exacte omvang daarvan is afhankelijk van het aantal certificaten en de hoogte van de schadevergoeding.”


SCTB: Advocaten verdienen goed aan dit soort procedures, maar voor de deelnemers geldt dat niet per definitie.

TT: Dit is een flauw argument. Ja, de inzet van advocaten kost geld en succes is niet gegarandeerd. De stichting kan het weten, zij heeft zelf tot nu toe ongeveer €90.000 uitgegeven om de gang naar de Ondernemingskamer te maken, maar heeft daar welbeschouwd helaas weinig mee bereikt.

 

SCTB: Als een collectieve claim uiteindelijk slaagt, komt de opbrengst ten goede aan de deelnemers – dat is logisch. De certificaathouders die niet deelnemen, draaien echter op voor de kosten van de schade die de bank aan de deelnemers moet vergoeden. Die kosten worden namelijk betaald uit het kapitaal van de bank. Als dat kapitaal daalt, daalt waarschijnlijk ook de waarde van de certificaten.

TT: Hierboven zijn we daar al uitgebreid op ingegaan. Of, en zo ja in welke mate de certificaathouders die niet deelnemen aan een collectieve claim opdraaien voor de kosten van de schade die de bank moet vergoeden aan certificaathouders die dat wel doen, staat op voorhand niet vast. Een eventuele vergoeding aan procederende certificaathouders gaat zeker ten laste van de NAV, maar hoe die zich door vertaalt naar de prijs van de certificaten is niet te voorspellen.

De bank heeft in de laatste Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei toestemming gevraagd en gekregen om al dan niet via de MTF 10% van de certificaten van die aandelen terug te kopen voor de NAV-waarde. Als de Nederlandsche Bank ermee instemt, zou de bank die ruimte kunnen benutten om claims af te kopen.
Niet zelden gaan aandelenkoersen van ondernemingen, die een juridisch geschil hebben en door een schikking te treffen schoon schip maken, juist omhoog.

SCTB: Afhankelijk van de omvang van een geslaagde collectieve claim, kan deze een bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit van de bank. Collectieve claimprocedures zorgen voor langdurige onrust rond de bank. Dat is niet bevorderlijk voor een klimaat waarin de handel in certificaten en de waarde van die certificaten kunnen herstellen en evenmin voor de uitoefening door de bank van haar missie, die wij nog steeds ten volle onderschrijven.

TT:    Ook hierop zijn we eerder ingegaan. Rechters zullen bij een eventuele toekenning van een schadevergoeding ongetwijfeld rekening houden met de draagkracht van de onderneming. Dat er onrust is rond de bank, is het gevolg van het beleid van de bank. Oorzaak en gevolg moeten niet worden omgedraaid.
Zeker een bank is gebaat bij rust en vertrouwen, dus de inspanningen van de bank zouden erop moeten gericht zijn om rust te brengen. Dat zal niet lukken als de bank onverdroten verder gaat op de ingeslagen weg waarbij de certificaathouders op geen enkele manier tegemoet worden gekomen en de mantra “het is heel vervelend, maar wij kunnen niet anders, en beleggen is nu eenmaal niet zonder risico” blijft klinken.
Het is echt een illusie om te verwachten dat alle certificaathouders, die ernstig getroffen zijn door de handelwijze van de bank en zich bedrogen en bestolen voelen, zich zomaar zullen neerleggen bij deze situatie. Niet iedereen wil dat, niet iedereen kan zich dat permitteren.

 

SCTB: Individuele juridische procedures zijn een andere zaak. Als een individuele certificaathouder wil en kan aantonen dat hij of zij onjuist is voorgelicht door de bank over de risico’s van beleggen in certificaten Triodos Bank bijvoorbeeld, dan kan dat een goede grond vormen voor een zaak met als doel om schadeloos te worden gesteld. Iedere individuele zaak zal door de rechter op de eigen merites worden beoordeeld. Mocht een certificaathouder bij de rechter in zo’n zaak gelijk krijgen, dan zal de bank de betreffende certificaathouder schadeloos moeten stellen. Dit soort zaken zien wij niet als een bron van onrust rond de bank. Wij verwachten ook niet dat eventuele schadeloosstellingen een bedreiging zullen vormen voor de financiële stabiliteit van de bank.

TT: Hier wordt een oneigenlijk onderscheid gemaakt tussen individuele en collectieve procedures. Niet iedere certificaathouder is bij machte en (financieel) in staat een individuele rechtszaak te beginnen. Een groepsclaim is daarvoor een goed alternatief. Als de groepsclaim succesvol is en indien daartoe reden bestaat, zal de rechter de schadeloosstelling voor individuele of categorieën deelnemers afzonderlijk bepalen. Dus wat is het verschil?

Waarom zou een individueel opererende certificaathouder wel zijn gelijk mogen halen en een certificaathouder die samen met anderen optrekt dat niet mogen doen? Omdat de gevolgen voor de bank ernstiger zijn? Dat is een merkwaardige redenering. Alle certificaathouders mogen voor hun eigen rechten opkomen en als de rechter vaststelt dat de bank verkeerd heeft gehandeld en een schadeloosstelling toekent, mag de certificaathouder niet worden aangewreven dat deze daarom heeft gevraagd.

bottom of page