Reactie op bezwaren tegen claimprocedure
In haar nieuwsbrief van 20 oktober 2023 heeft de SCTB op een rijtje gezet welke bezwaren er volgens haar kleven aan een collectieve procedures. De meeste hiervan zijn feitelijk al besproken op deze pagina, maar we lopen ze toch graag nog even langs. Om tot slot stil te staan bij het onderscheid dat de SCTB maakt tussen individuele en collectieve procedures.
SCTB: Collectieve claimprocedures hebben een lange doorlooptijd.
TT: Dat kan zeker het geval zijn. Te verwachten is dat de bank de voortgang traineert en het kan niet worden uitgesloten dat beide partijen bij een voor hun ongunstige uitslag beroep zullen aantekenen. Dat het wellicht nog veel langer zal gaan duren voordat de koers van de certificaten zich zo gunstig heeft ontwikkeld, dat de huidige koersverliezen worden gecompenseerd, blijft onvermeld.
SCTB: Zij hebben ook een onzekere uitkomst, ook al doen sommige initiatiefnemers het anders voorkomen.
TT: Het eerste is juist, het tweede tendentieus. Eeerder hebben we op onze website hier het volgende over geschreven: “Elke claim is anders en dus moeilijk vergelijkbaar. Volgens de juristen die wij hebben gesproken, hebben we een grote kans op succes. Maar dat zouden wij misschien ook wel zeggen als we jurist waren en deze zaak wilden doen. M.a.w. hoeveel waarde we daaraan moeten hechten is moeilijk te zeggen. Een rechtszaak is geen tombola, maar de uitkomst is vaak wel moeilijk te voorspellen. Ook al vinden we uiteraard dat we in ons recht staan en denken we dat we een heel goede kans hebben om ons gelijk ook te halen en te krijgen, garanties kunnen we niet geven.”
SCTB: Collectieve claimprocedures zijn kostbaar en die kosten moeten worden opgebracht door de deelnemers. Bij de nu bekende procedures gebeurt dat in de vorm van een combinatie van een of meerdere vaste bijdragen per deelnemer en een bedrag per certificaat.
TT: Elke juridische procedure kost geld. Voor individuele certificaathouders is het in veel gevallen te kostbaar om een procedure te starten. Bij no-cure-no-pay procedures is sprake van externe procesfinanciering. Daar hebben wij niet voor gekozen, zo hebben we eerder op deze website geschreven: “Hoewel externe procesfinanciering mogelijk is en we eventueel ook op no-cure-no-pay basis zouden kunnen werken, geven we er de voorkeur aan om de rechtsgang volledig door de deelnemende certificaathouders zelf te laten financieren. Bij externe procesfinanciering moeten we er rekening mee houden dat een kwart van de opbrengst wordt afgeroomd door de externe financiers. Wij vinden dit teveel en denken dat de kosten te overzien zijn. (...) We hebben met onze advocaten een no-cure-less-pay overeenkomst afgesloten. Dat wil zeggen dat we een lage fixed fee betalen voor alle mogelijk noodzakelijke rechtsgangen (bodemprocedure, hoger beroep en cassatie) en dat daar een flexibele fee bovenop komt bij susses. Mits voldoende certificaathouders meedoen kunnen we met de bovengenoemde bijdragen de fixed fee voldoen. Voor de flexibele fee zullen enkele procenten van de opbrengst worden afgeroomd. De exacte omvang daarvan is afhankelijk van het aantal certificaten en de hoogte van de schadevergoeding.”
SCTB: Advocaten verdienen goed aan dit soort procedures, maar voor de deelnemers geldt dat niet per definitie.
TT: Dit is een flauw argument. Ja, de inzet van advocaten kost geld en succes is niet gegarandeerd. De stichting kan het weten, zij heeft zelf immers ongeveer €90.000 uitgegeven om de gang naar de Ondernemingskamer te maken, maar heeft daar welbeschouwd helaas weinig mee bereikt.
SCTB: Als een collectieve claim uiteindelijk slaagt, komt de opbrengst ten goede aan de deelnemers – dat is logisch. De certificaathouders die niet deelnemen, draaien echter op voor de kosten van de schade die de bank aan de deelnemers moet vergoeden. Die kosten worden namelijk betaald uit het kapitaal van de bank. Als dat kapitaal daalt, daalt waarschijnlijk ook de waarde van de certificaten.
TT: Hierboven zijn we daar al uitgebreid op ingegaan. Of, en zo ja in welke mate, de certificaathouders die niet deelnemen aan een collectieve claim opdraaien voor de kosten van de schade die de bank moet vergoeden aan certificaathouders die dat wel doen, staat op voorhand niet vast. Een eventuele vergoeding aan procederende certificaathouders gaat zeker ten laste van de NAV, maar hoe die zich door vertaalt naar de prijs van de certificaten is niet te voorspellen.
De bank heeft in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders toestemming gevraagd en gekregen om al dan niet via de MTF 10% van de certificaten van die aandelen terug te kopen voor maximaal de NAV-waarde. Als de Nederlandsche Bank ermee instemt, zou de bank die ruimte kunnen benutten om claims af te kopen.
Niet zelden gaan aandelenkoersen van ondernemingen, die een juridisch geschil hebben en door een schikking te treffen schoon schip maken, juist omhoog.
SCTB: Afhankelijk van de omvang van een geslaagde collectieve claim, kan deze een bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit van de bank. Collectieve claimprocedures zorgen voor langdurige onrust rond de bank. Dat is niet bevorderlijk voor een klimaat waarin de handel in certificaten en de waarde van die certificaten kunnen herstellen en evenmin voor de uitoefening door de bank van haar missie, die wij nog steeds ten volle onderschrijven.
TT: Ook hierop zijn we eerder ingegaan. Rechters zullen bij een eventuele toekenning van een schadevergoeding ongetwijfeld rekening houden met de draagkracht van de onderneming. Dat er onrust is rond de bank, is het gevolg van het beleid van de bank. Oorzaak en gevolg moeten niet worden omgedraaid.
Zeker een bank is gebaat bij rust en vertrouwen, dus de inspanningen van de bank zouden erop moeten gericht zijn om rust te brengen. Dat zal niet lukken omdat de bank ondanks alle kritiek en protesten onverdroten is verder gegaan op de ingeslagen weg waarbij de certificaathouders op geen enkele manier tegemoet werden gekomen en de mantra “het is heel vervelend, maar wij kunnen niet anders, en beleggen is nu eenmaal niet zonder risico” bleef klinken.
Het is echt een illusie om te verwachten dat alle certificaathouders, die ernstig getroffen zijn door de handelwijze van de bank en zich bedrogen en bestolen voelen, zich zomaar zullen neerleggen bij deze situatie. Niet iedereen wil dat, niet iedereen kan zich dat permitteren.
Dat de bank drie jaar na het loslaten van de NAV als waardegrondslag en het verlaten van het interne handelsplatform eindelijk met een kleine compensatieregeling komt verandert die situatie niet echt. Dat certificaathouders die dit voorjaar afzien van juridische stappen nog geen tientje compensatie per certificaat kunnen krijgen, terwijl de schade het zesvoudige bedraagt, is in onze ogen veel te weinig.
SCTB: Individuele juridische procedures zijn een andere zaak. Als een individuele certificaathouder wil en kan aantonen dat hij of zij onjuist is voorgelicht door de bank over de risico’s van beleggen in certificaten Triodos Bank bijvoorbeeld, dan kan dat een goede grond vormen voor een zaak met als doel om schadeloos te worden gesteld. Iedere individuele zaak zal door de rechter op de eigen merites worden beoordeeld. Mocht een certificaathouder bij de rechter in zo’n zaak gelijk krijgen, dan zal de bank de betreffende certificaathouder schadeloos moeten stellen. Dit soort zaken zien wij niet als een bron van onrust rond de bank. Wij verwachten ook niet dat eventuele schadeloosstellingen een bedreiging zullen vormen voor de financiële stabiliteit van de bank.
TT: Hier wordt een oneigenlijk onderscheid gemaakt tussen individuele en collectieve procedures. Niet iedere certificaathouder is bij machte en (financieel) in staat een individuele rechtszaak te beginnen. Een groepsclaim is daarvoor een goed alternatief. Als de groepsclaim succesvol is en indien daartoe reden bestaat, zal de rechter de schadeloosstelling voor individuele of categorieën deelnemers afzonderlijk bepalen. Dus wat is het verschil?
Waarom zou een individueel opererende certificaathouder wel zijn gelijk mogen halen en een certificaathouder die samen met anderen optrekt dat niet mogen doen? Omdat de gevolgen voor de bank ernstiger zijn? Dat is een merkwaardige redenering. Alle certificaathouders mogen voor hun eigen rechten opkomen en als de rechter vaststelt dat de bank verkeerd heeft gehandeld en een schadeloosstelling toekent, mag de certificaathouder niet worden aangewreven dat deze daarom heeft gevraagd.